In de Griekse mythologie wordt het verhaal van Odysseus verteld, een held die na de Trojaanse Oorlog probeert terug te keren naar zijn thuisland Ithaca. Tijdens zijn reis komt Odysseus langs het eiland van de tovenares Circe, die bekend staat om haar krachtige magie. Het is op dit eiland dat Odysseus en zijn reisgenoten een angstaanjagende transformatie ondergaan.
Circe, die in de klassieke literatuur wordt beschreven als een beeldschone maar gevaarlijke vrouw, nodigt Odysseus en zijn mannen uit in haar paleis. Ze biedt hen gastvrijheid en voedsel aan, maar wat de mannen niet weten is dat Circe van plan is om hen te betoveren. Met behulp van haar magische krachten verandert ze de reisgenoten van Odysseus in zwijnen.
De transformatie van de mannen in zwijnen is een angstaanjagende en verbijsterende gebeurtenis. Plotseling veranderen hun menselijke gedaantes in die van wilde dieren, met snuiten, hoefjes en dikke vacht. Odysseus, die niet betoverd wordt vanwege zijn bescherming van de god Hermes, is geschokt en overweldigd door de situatie. Hij realiseert zich dat hij zijn reisgenoten moet redden en besluit om actie te ondernemen.
Met de hulp van Hermes en een kruid dat hem immuun maakt voor de betovering van Circe, weet Odysseus zijn mannen te redden en hen terug te veranderen in hun menselijke gedaantes. Circe, die onder de indruk is van Odysseus’ moed en slimheid, biedt hem zelfs haar hulp aan op zijn verdere reis naar huis.
Het verhaal van hoe Odysseus zijn reisgenoten redt van de betovering van Circe is een van de vele spannende en avontuurlijke momenten in de Odyssee. Het laat zien hoe Odysseus als held keer op keer obstakels weet te overwinnen en zijn doel nastreeft, zelfs in de meest moeilijke en gevaarlijke situaties. Het is een verhaal dat nog steeds tot de verbeelding spreekt en ons herinnert aan de kracht van doorzettingsvermogen, moed en vriendschap.