De stichter van de islam is de profeet Mohammed. Hij werd geboren in Mekka in het jaar 570 na Christus en groeide op in een welgestelde familie. Op jonge leeftijd begon Mohammed met meditatie en contemplatie in een grot buiten Mekka, waar hij volgens de overlevering de boodschap van de aartsengel Gabriël ontving.
Mohammed begon zijn prediking in de stad Mekka, waar hij de mensen opriep tot eenheid en het aanbidden van één God, Allah. Zijn boodschap van monotheïsme en rechtvaardigheid werd echter niet goed ontvangen door de heersende machthebbers in Mekka, die bang waren voor de verandering die Mohammed predikte.
Na vele jaren van vervolging en tegenwerking, besloot Mohammed met zijn volgelingen te vluchten naar de stad Medina, waar hij als leider van de groeiende gemeenschap bekend werd. Het was daar dat Mohammed zijn politieke en religieuze leiderschap bevestigde en de basis legde voor wat later de islam zou worden.
Mohammed is de profeet van de islam en wordt gezien als de laatste in een lange lijn van profeten, waaronder ook Mozes en Jezus. Zijn leven en leer zijn vastgelegd in de Koran, het heilige boek van de islam, dat door moslims over de hele wereld wordt gelezen en bestudeerd.
Hoewel Mohammed de stichter van de islam is, wordt in de islamitische traditie geloofd dat de islam een voortzetting is van de boodschappen die eerder door andere profeten werden verkondigd. Mohammed wordt daarom gezien als de zegel der profeten, die de boodschap van God compleet en definitief heeft gemaakt.
De erfenis van Mohammed leeft voort in de miljarden moslims over de hele wereld, die zijn leer en voorbeeld proberen te volgen in hun dagelijks leven. Zijn boodschap van vrede, gerechtigheid en naastenliefde blijft ook vandaag de dag relevant en inspirerend voor velen. Mohammed wordt daarom gezien als een van de grootste en invloedrijkste religieuze leiders in de geschiedenis.