Elk jaar organiseert Vogelbescherming Nederland de Nationale Tuinvogeltelling, waarbij Nederlanders worden uitgenodigd om gedurende een weekend de vogels in hun tuin te tellen. Deze telling geeft inzicht in de verspreiding en aantallen van tuinvogels in Nederland en helpt bij het monitoren van de vogelstand.
Tijdens de Nationale Tuinvogeltelling worden er verschillende soorten vogels geteld, van kleine mezen tot grote roofvogels. Maar welke vogels worden nu eigenlijk het meest geteld tijdens deze telling?
Uit de resultaten van voorgaande jaren blijkt dat de huismus steevast de meest getelde vogel is tijdens de Nationale Tuinvogeltelling. Deze gezellige, sociale vogel komt veel voor in Nederlandse tuinen en is dan ook vaak te zien tijdens de telling. De koolmees en de pimpelmees volgen op de tweede en derde plaats, gevolgd door de merel en de vink.
Naast deze ‘standaard’ tuinvogels worden er ook regelmatig bijzondere soorten geteld tijdens de Nationale Tuinvogeltelling, zoals de groenling, de boomklever en de havik. Deze minder voorkomende vogels zorgen voor een leuke verrassing tijdens de telling en laten zien hoe divers de Nederlandse vogelwereld is.
Het tellen van tuinvogels tijdens de Nationale Tuinvogeltelling is niet alleen leuk om te doen, maar ook belangrijk voor het monitoren van de vogelstand in Nederland. Door jaarlijks mee te doen aan deze telling, kunnen we meer inzicht krijgen in hoe het gaat met de verschillende vogelsoorten in ons land en eventuele veranderingen in aantallen en verspreiding opmerken.
Dus, doe ook mee aan de Nationale Tuinvogeltelling en tel mee welke vogels er in jouw tuin rondvliegen. Wie weet spot jij wel een bijzondere vogel die nog niet eerder is geteld!