In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw was er een president die het Witte Huis bewoonde van 1968 tot 1974. Hij stond bekend om zijn controversiële beslissingen en zijn betrokkenheid bij een van de grootste politieke schandalen in de Amerikaanse geschiedenis.
Deze president was Richard Nixon. Hij werd in 1968 verkozen tot president van de Verenigde Staten en diende twee termijnen voordat hij aftrad in 1974 als gevolg van het Watergate-schandaal. Het Watergate-schandaal was een politieke inbraak en de daaropvolgende cover-up die leidde tot het aftreden van Nixon en verschillende hoge functionarissen in zijn regering.
Nixon’s presidentschap werd gekenmerkt door zijn buitenlands beleid, met name zijn pogingen om de Koude Oorlog te beëindigen en de betrekkingen met China en de Sovjet-Unie te normaliseren. Hij stond ook bekend om zijn binnenlandse beleid, waaronder de oprichting van de Environmental Protection Agency en de invoering van de War on Drugs.
Hoewel Nixon veel lof kreeg voor zijn buitenlands beleid, zal hij altijd worden herinnerd vanwege het Watergate-schandaal. Het schandaal schokte het land en leidde tot het einde van zijn presidentschap. Nixon trad af voordat hij afgezet kon worden en werd later door zijn opvolger, Gerald Ford, gratie verleend voor eventuele misdaden die hij tijdens zijn presidentschap had begaan.
Al met al was Richard Nixon een complexe figuur in de Amerikaanse geschiedenis. Hoewel zijn presidentschap zowel successen als schandalen kende, zal hij altijd worden herinnerd als de president die het Witte Huis bewoonde van 1968 tot 1974.