In 1982 bezette Argentinië de Britse Falklandeilanden, een gebeurtenis die resulteerde in een korte maar intensieve oorlog tussen de twee landen. De Falklandeilanden, gelegen in de zuidelijke Atlantische Oceaan, zijn een overzees gebiedsdeel van het Verenigd Koninkrijk en zijn al eeuwenlang een twistpunt tussen Argentinië en het Verenigd Koninkrijk.
De Argentijnse bezetting van de eilanden begon op 2 april 1982, toen Argentijnse troepen de eilanden binnenvielen en de Britse troepen die daar gestationeerd waren, verdreven. De Argentijnse president op dat moment, Leopoldo Galtieri, hoopte met deze actie de aandacht af te leiden van de interne politieke problemen waarmee zijn regime te maken had.
De Britse regering onder leiding van premier Margaret Thatcher veroordeelde de Argentijnse bezetting en stuurde onmiddellijk een marinevloot naar de Falklandeilanden om de eilanden te heroveren. De Falklandoorlog duurde slechts 74 dagen, maar resulteerde in meer dan 900 doden aan beide zijden.
Op 14 juni 1982 gaven de Argentijnse troepen zich over en werden de Falklandeilanden weer onder Britse controle gebracht. De oorlog had een grote impact op de politiek en het nationale bewustzijn van beide landen. In Argentinië leidde de nederlaag tot het einde van het militaire regime en het herstel van de democratie, terwijl in het Verenigd Koninkrijk de oorlog de populariteit van premier Thatcher vergrootte.
De Falklandoorlog blijft een gevoelig onderwerp in de betrekkingen tussen Argentinië en het Verenigd Koninkrijk. Argentinië blijft aandringen op onderhandelingen over de soevereiniteit van de eilanden, terwijl het Verenigd Koninkrijk vasthoudt aan het recht van zelfbeschikking van de Falklandeilanders, die overweldigend hebben gestemd om onder Britse soevereiniteit te blijven.
De bezetting van de Falklandeilanden door Argentinië in 1982 was een korte maar intense periode van conflict en heeft blijvende gevolgen gehad voor de betrekkingen tussen de twee landen.