Hippocrates was een beroemde Griekse arts die wordt beschouwd als de grondlegger van de moderne geneeskunde. Hij leefde in de 5e eeuw voor Christus op het eiland Kos en wordt vaak beschouwd als de “vader van de geneeskunde”.
Hippocrates oefende het beroep van arts uit. Hij was een van de eerste artsen die geloofde dat ziekte niet het gevolg was van bovennatuurlijke krachten, maar eerder van natuurlijke oorzaken. Hij geloofde ook sterk in de kracht van voeding, lichaamsbeweging en een gezonde levensstijl als middelen om ziekten te voorkomen en te genezen.
Hippocrates wordt vaak geassocieerd met de “Hippocratische eed”, een eed die artsen nog steeds afleggen voordat ze hun beroep uitoefenen. In deze eed beloven artsen onder meer om hun patiënten te behandelen met respect, geheimhouding te bewaren over medische informatie en zich in te zetten voor het welzijn van hun patiënten.
Hippocrates wordt nog steeds beschouwd als een van de grootste artsen aller tijden en zijn ideeën en methoden hebben een blijvende invloed gehad op de medische wetenschap. Zijn benadering van geneeskunde als een wetenschappelijke discipline en zijn nadruk op ethiek en professionaliteit hebben de basis gelegd voor de moderne geneeskunde zoals we die vandaag de dag kennen.