Tot 2002 was de munteenheid van Spanje de peseta. De peseta was de officiële munteenheid van Spanje sinds de 19e eeuw en werd gebruikt voor alle financiële transacties in het land. De peseta was onderverdeeld in 100 céntimos en werd uitgegeven door de Banco de España.
De peseta had verschillende munten en bankbiljetten met verschillende waarden, variërend van 1 céntimo tot 10.000 peseta. De munt werd gebruikt voor dagelijkse transacties zoals boodschappen, huur en rekeningen. Ook werd de peseta gebruikt voor internationale handel en toerisme.
In 2002 heeft Spanje de peseta vervangen door de euro als officiële munteenheid. Dit was een gevolg van de invoering van de euro als gemeenschappelijke munt van de Europese Unie. De overgang naar de euro was een belangrijke stap voor Spanje om deel uit te maken van de Europese Monetaire Unie en om de economische integratie met andere Europese landen te versterken.
Hoewel de peseta niet meer de officiële munteenheid van Spanje is, wordt deze nog steeds gebruikt als nostalgisch symbool en herinnering aan het verleden. Veel Spanjaarden bewaren nog steeds wat peseta’s als aandenken aan de tijd dat het de nationale munt was.
Kortom, tot 2002 was de peseta de munteenheid van Spanje en speelde een belangrijke rol in het dagelijks leven van de Spanjaarden. Nu is de euro de officiële munteenheid van het land, maar de peseta blijft een belangrijk onderdeel van de Spaanse geschiedenis en cultuur.