In de oudheid en middeleeuwen werden verschillende soorten wapens gebruikt om projectielen weg te schieten. Deze wapens waren essentieel voor het voeren van oorlogen en het verdedigen van steden en kastelen. Een van de meest bekende wapens uit die tijd was de katapult.
De katapult was een mechanisch wapen dat gebruikt werd om projectielen zoals stenen, pijlen en brandende projectielen weg te schieten. Er waren verschillende soorten katapulten, waaronder de torsiekatapult en de steenwerper. De torsiekatapult werkte door het opspannen van touwen of elastieken die werden losgelaten om het projectiel weg te schieten. De steenwerper daarentegen gebruikte een slingermechanisme om het projectiel met grote kracht weg te slingeren.
Een ander veelgebruikt wapen was de ballista, een soort grote kruisboog die gebruikt werd om lange afstand projectielen weg te schieten. De ballista kon zware pijlen met grote snelheid afschieten en was erg effectief tegen vijandelijke soldaten en belegeringswerktuigen.
Naast de katapult en ballista werden ook andere wapens gebruikt om projectielen weg te schieten, zoals de trebuchet en de scorpion. De trebuchet was een groot wapen dat gebruik maakte van een contragewicht om projectielen weg te slingeren, terwijl de scorpion een soort kleine kruisboog was die gebruikt werd voor het afschieten van pijlen.
Al deze wapens speelden een belangrijke rol in de oorlogsvoering van die tijd en waren cruciaal voor het behalen van militaire overwinningen. Hoewel de technologie van deze wapens nu verouderd is, blijven ze fascinerend en worden ze nog steeds gebruikt in re-enactments en historische evenementen om de geschiedenis tot leven te brengen.