Vul deze zeispreuk aan op de puntjes: “De tijd zal veranderen”, zei de boer en hij klopte ze … in frietjes.
De boer stond in zijn veld en keek uit over de uitgestrekte akkers die voor hem lagen. Het was een warme zomerdag en de zon scheen fel aan de hemel. Hij voelde de zweetdruppels op zijn voorhoofd en veegde ze weg met zijn mouw. De boer wist dat het harde werk dat hij verzet had, binnenkort beloond zou worden.
Hij pakte zijn zeis en begon het rijpe graan te maaien. De halmen vielen als dominostenen om en vormden een gouden tapijt op de grond. De boer glimlachte tevreden en mompelde de oude zeispreuk die al generaties lang in zijn familie werd doorgegeven: “De tijd zal veranderen.”
Terwijl hij zijn werk voortzette, dacht de boer na over de betekenis van deze woorden. Hij wist dat het leven vol ups en downs zat, en dat verandering onvermijdelijk was. Maar hij geloofde ook dat elke verandering een nieuwe kans bood, een nieuwe mogelijkheid om te groeien en te bloeien.
Toen hij klaar was met maaien, verzamelde de boer het graan en bracht het naar zijn boerderij. Daar verwerkte hij het tot meel en bakte er heerlijke frietjes van. Hij genoot van de smaak van zijn eigen oogst en wist dat zijn harde werk de moeite waard was geweest.
De boer besefte dat de tijd inderdaad veranderd was. Maar hij wist ook dat hij elke verandering kon omarmen en er het beste van kon maken. En zo bleef hij vol vertrouwen en optimisme zijn land bewerken, wetende dat de toekomst vol mogelijkheden lag, als hij maar de moed had om te blijven geloven in de kracht van verandering.