De winter is aangebroken in het koninkrijk en de koning heeft het ontzettend koud. De temperaturen zijn gedaald tot ver onder het vriespunt en de kou dringt door tot in zijn paleis.
De koning probeert zich warm te houden door dikke bontjassen te dragen en bij de haard te zitten, maar het lijkt niet genoeg te zijn. Zelfs zijn kroon lijkt te bevriezen in de ijzige lucht.
Het volk maakt zich zorgen om hun geliefde koning en doet er alles aan om hem te helpen. Er worden warme dekens en kachels naar het paleis gebracht en er wordt zelfs gesproken over het organiseren van een groot feest om de koning op te warmen.
Maar ondanks alle inspanningen blijft de koning het koud hebben. Zijn gezicht straalt een bleke kleur uit en zijn lippen zijn blauw van de kou. Zelfs zijn trouwe adviseurs weten niet meer wat ze moeten doen om hem te helpen.
Het lijkt alsof de winter het koninkrijk in zijn greep heeft en de koning niet los wil laten. Zal de koning ooit weer warmte voelen of zal de kou hem voor altijd blijven achtervolgen? Het volk houdt zijn adem in en wacht af op wat de toekomst zal brengen voor hun geliefde monarch in deze barre tijd.