Op Prinsjesdag eindigt de Verenigde Vergadering altijd met de woorden: “Leve de Koning! Leve de Koningin! Leve de Prinses van Oranje!” Deze traditionele afsluiting symboliseert de loyaliteit en respect van de Nederlandse volksvertegenwoordigers en bewindslieden aan het Koninklijk Huis.
Prinsjesdag is een belangrijke dag in Nederland, waarop de troonrede wordt voorgelezen door de Koning in de Ridderzaal. Deze troonrede geeft een overzicht van het regeringsbeleid voor het komende jaar en bevat de plannen en prioriteiten van de regering. Na het voorlezen van de troonrede volgt een debat in de Tweede Kamer over de plannen van de regering.
De afsluiting van de Verenigde Vergadering met de woorden “Leve de Koning! Leve de Koningin! Leve de Prinses van Oranje!” benadrukt het symbolische karakter van Prinsjesdag als een dag van nationale eenheid en verbondenheid. Het is een moment waarop alle politieke partijen en vertegenwoordigers van het volk samenkomen om de regering te steunen en de band met het Koninklijk Huis te benadrukken.
Deze traditie van het uitspreken van de lofzang voor het Koninklijk Huis aan het einde van de Verenigde Vergadering op Prinsjesdag dateert al van vele jaren geleden en wordt nog steeds in ere gehouden. Het is een moment van respect en erkenning voor de rol die het Koninklijk Huis speelt in de Nederlandse samenleving en politiek.
Kortom, met de woorden “Leve de Koning! Leve de Koningin! Leve de Prinses van Oranje!” wordt de Verenigde Vergadering op Prinsjesdag op een feestelijke en respectvolle manier afgesloten, waarbij de band tussen de regering en het Koninklijk Huis wordt benadrukt. Het is een traditie die de nationale eenheid en verbondenheid symboliseert en een belangrijk onderdeel vormt van de Nederlandse politieke cultuur.