De Nederlandse regering heeft lange tijd een standpunt ingenomen waarbij zij Palestina niet erkent als soevereine staat. Dit standpunt wordt gesteund door het kabinet, dat van mening is dat eenzijdige erkenning van Palestina de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen zou kunnen ondermijnen.
Het kabinet is van mening dat een duurzame oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict alleen mogelijk is via onderhandelingen tussen de twee partijen. Door Palestina niet te erkennen, houdt Nederland vast aan de internationale consensus dat een tweestatenoplossing de enige manier is om vrede en veiligheid in de regio te bereiken.
Het kabinet benadrukt dat het niet erkennen van Palestina niet betekent dat Nederland de Palestijnse bevolking negeert of hun recht op zelfbeschikking niet respecteert. Nederland heeft zich altijd ingezet voor een rechtvaardige oplossing voor de Palestijnse kwestie en steunt de Palestijnse Autoriteit op verschillende manieren, zoals financiële steun en ontwikkelingshulp.
Het kabinet erkent echter ook de complexiteit van de situatie en de gevoeligheden die ermee gepaard gaan. Het is van mening dat eenzijdige erkenning van Palestina de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen zou kunnen bemoeilijken en het vredesproces zou kunnen schaden.
Daarom blijft het kabinet vasthouden aan het standpunt om Palestina niet te erkennen als soevereine staat, in afwachting van een breed gedragen vredesovereenkomst tussen Israël en de Palestijnen. Het kabinet is ervan overtuigd dat alleen via dialoog en onderhandelingen een duurzame en rechtvaardige oplossing voor het conflict kan worden bereikt.