“In deze kleding ben ik weer alleen” is een emotioneel en krachtig gedicht geschreven door de Nederlandse dichter Astrid Roemer. In dit gedicht beschrijft de dichter haar gevoel van eenzaamheid en verlies, terwijl ze omringd wordt door kledingstukken die haar herinneren aan een verloren liefde.
Het gedicht begint met de zin “In deze kleding ben ik weer alleen”, waarmee de dichter meteen de toon zet voor het thema van eenzaamheid en verlatenheid. De kledingstukken worden gepersonifieerd en lijken als stille getuigen van een verbroken relatie. De dichter voelt zich omringd door herinneringen aan de persoon die ooit deze kleding droeg, maar die nu niet meer aanwezig is.
Roemer maakt gebruik van krachtige beelden en metaforen om haar gevoelens van eenzaamheid en verlies over te brengen. Zo beschrijft ze hoe de kledingstukken haar lijken te omhelzen en haar vasthouden, maar tegelijkertijd ook een gevoel van leegte en afstand creëren. De dichter voelt zich gevangen in haar herinneringen en kan niet ontsnappen aan haar gevoel van verlies.
Het gedicht eindigt met de indringende zin “Ik kan niet zeggen wie me heeft verlaten”, waarmee de dichter haar gevoel van verwarring en onzekerheid benadrukt. De afwezigheid van de geliefde persoon laat een leegte achter die niet opgevuld kan worden door de kledingstukken die hen ooit verbonden.
“In deze kleding ben ik weer alleen” is een ontroerend gedicht dat de lezer meeneemt in de diepe emoties van eenzaamheid en verlies. Roemer weet met haar poëtische taal en beeldspraak een krachtig en aangrijpend verhaal te vertellen over het verlangen naar verbondenheid en de pijn van verlaten worden. Het gedicht laat een blijvende indruk achter en roept bij de lezer een gevoel van medeleven en empathie op voor de dichter en haar ervaring van eenzaamheid.