Het huishoudelijk apparaat waarbij men vroeger niet hoefde te schakelen is de kolenkachel.
Vroeger, voordat centrale verwarmingssystemen en elektrische kachels gemeengoed waren, was de kolenkachel een essentieel onderdeel van het huishouden. Deze kachel werd gebruikt om het huis te verwarmen en te koken.
Het bijzondere aan de kolenkachel was dat je niet hoefde te schakelen of aan knoppen hoefde te draaien om de temperatuur te regelen. In plaats daarvan werd de warmte gereguleerd door de hoeveelheid kolen die in de kachel werd gelegd. Door meer of minder kolen toe te voegen, kon je de intensiteit van de hitte regelen.
Hoewel de kolenkachel effectief was in het verwarmen van een huis, had het ook zijn nadelen. Het was een behoorlijk arbeidsintensief proces om de kolenkachel te onderhouden. Zo moest je regelmatig de as verwijderen en de kachel schoonmaken om ervoor te zorgen dat deze goed bleef werken. Daarnaast was het ook een behoorlijk stoffige aangelegenheid, aangezien kolen nogal stoffig kunnen zijn.
Ondanks deze nadelen was de kolenkachel een belangrijk onderdeel van het huishouden en veel mensen hebben warme herinneringen aan het geluid van knetterend vuur en de warmte die de kachel uitstraalde. Het is een apparaat dat zijn plaats in de geschiedenis van huishoudelijke apparaten heeft verdiend en nog steeds wordt gebruikt door een klein aantal mensen die de charme en eenvoud ervan waarderen.