In de tijd van de vorsten droegen zij vaak prachtig versierde banden om hun hoofd als teken van hun koninklijke status. Deze banden, ook wel diademen genoemd, waren vaak ingelegd met edelstenen en versierd met gouden ornamenten.
De diadeem was een belangrijk symbool van macht en rijkdom en werd vaak gedragen bij speciale gelegenheden zoals kroningen, bruiloften en staatsbezoeken. Het was een manier voor vorsten om hun status en autoriteit te benadrukken en indruk te maken op hun onderdanen en buitenlandse gasten.
Het woord diadeem is afgeleid van het Griekse woord “diadema”, wat “band” of “hoofdband” betekent. Het is een term die al eeuwenlang wordt gebruikt om de versierde banden te beschrijven die vorsten en koninginnen om hun hoofd droegen.
Met slechts 7 letters is de cryptische omschrijving voor deze versierde band duidelijk: diadeem. Een woord dat synoniem staat voor koninklijke pracht en praal, en dat tot op de dag van vandaag nog steeds geassocieerd wordt met vorstelijke elegantie en allure.