Flevoland, de jongste provincie van Nederland, staat bekend om zijn uitgestrekte polders en waterrijke landschappen. Rondom Flevoland bevinden zich verschillende smalle wateren die een belangrijke rol spelen in de waterhuishouding en het landschap van de provincie. Maar hoe heten deze wateren eigenlijk?
Een van de bekendste smalle wateren rond Flevoland is het Ketelmeer. Dit meer vormt de grens tussen Flevoland en Overijssel en maakt deel uit van het IJsselmeer. Het Ketelmeer is ontstaan na de inpoldering van Oostelijk Flevoland en heeft een belangrijke functie voor de waterafvoer en scheepvaart in de regio.
Een ander smal water rond Flevoland is de Lage Vaart, die loopt van Lelystad tot aan Zeewolde. Deze vaart is aangelegd als onderdeel van het waterbeheerssysteem in de provincie en wordt gebruikt voor de afvoer van overtollig water uit de polders.
Daarnaast is er nog de Hoge Vaart, die parallel loopt aan de Lage Vaart en eveneens een belangrijke rol speelt in de waterhuishouding van Flevoland. Deze vaart loopt van Almere naar Zeewolde en is ook aangelegd voor de afvoer van water uit de polders.
Naast deze wateren zijn er nog tal van andere smalle wateren rond Flevoland, zoals de Oostvaardersdiep, de Gooimeer en de Veluwemeer. Deze wateren dragen bij aan de diversiteit en schoonheid van het landschap in de provincie en bieden volop mogelijkheden voor recreatie en watersport.
Kortom, de smalle wateren rond Flevoland hebben allemaal hun eigen naam en functie in het waterbeheer en landschap van de provincie. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het karakter van Flevoland en dragen bij aan de unieke uitstraling van deze bijzondere provincie.