Sint-Petersburg, de stad van de tsaren en de revolutionairen, onderging in de periode van 1914 tot 1924 een naamsverandering die de geschiedenis zou beïnvloeden. Van oudsher bekend als Sint-Petersburg, werd de stad in 1914 omgedoopt tot Petrograd, als reactie op de anti-Duitse sentimenten tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De naam Petrograd, afgeleid van de Russische woorden “Petr” (Peter) en “grad” (stad), symboliseerde de patriottische geest van de stad en haar steun aan de Russische oorlogsinspanningen. Tijdens de Russische Revolutie van 1917 speelde Petrograd een cruciale rol als het politieke en culturele centrum van het land, waar de bolsjewieken onder leiding van Lenin de macht grepen.
Na de revolutie en de daaropvolgende Russische Burgeroorlog bleef de stad bekend staan als Petrograd, maar in 1924 werd de naam opnieuw veranderd, dit keer ter ere van de inmiddels overleden revolutionaire leider Vladimir Lenin. Sint-Petersburg werd omgedoopt tot Leningrad, een naam die de stad zou dragen tot het einde van het Sovjet-tijdperk in 1991.
De naamsveranderingen van de stad weerspiegelen de tumultueuze periode van politieke en sociale veranderingen die Rusland doormaakte in de vroege 20e eeuw. Van Sint-Petersburg tot Petrograd en uiteindelijk Leningrad, de stad aan de oevers van de Neva heeft vele gezichten en namen gekend, maar haar rol in de geschiedenis van Rusland blijft onverminderd belangrijk.