Op 25 februari 2002 schakelde Feyenoord AC Milan uit in de Champions League. De Rotterdammers versloegen de Italiaanse grootmacht met 1-0 in De Kuip, dankzij een doelpunt van Jon Dahl Tomasson. Dit resultaat zorgde ervoor dat Feyenoord doorging naar de kwartfinales van het prestigieuze toernooi.
De overwinning op AC Milan was een historisch moment voor Feyenoord en zijn fans. Het was de eerste keer dat de club erin slaagde om de Rossoneri te verslaan in een officiële wedstrijd. De prestatie werd gezien als een enorme verrassing, gezien de reputatie van AC Milan als een van de beste teams ter wereld op dat moment.
De wedstrijd werd gekenmerkt door een sterk optreden van Feyenoord, met name van doelman Edwin van der Sar en verdediger Kees van Wonderen. Zij slaagden erin om de aanvallen van AC Milan af te weren en hielden het doel schoon. Het doelpunt van Tomasson kwam voort uit een slimme counteraanval van Feyenoord, die de verdediging van de Italianen verraste.
Na de overwinning op AC Milan groeide het geloof bij Feyenoord dat ze ver konden komen in de Champions League. Helaas werden ze in de kwartfinales uitgeschakeld door Inter Milan, maar de overwinning op AC Milan zal altijd herinnerd worden als een van de hoogtepunten in de geschiedenis van de club.
In de jaren die volgden, bleven de fans van Feyenoord trots op de prestatie tegen AC Milan en het feit dat ze een van de grootste clubs ter wereld hadden verslagen. Het was een moment om te koesteren en een herinnering aan de magie van het voetbal, waar alles mogelijk is, zelfs het verslaan van de sterkste tegenstanders.