Het smelten van deze ondergrond blijkt groter klimaatprobleem dan gedacht
Het smelten van de ondergrond is een groter klimaatprobleem dan eerder werd gedacht. Recent onderzoek heeft aangetoond dat het smelten van permafrost, de permanent bevroren ondergrond in arctische gebieden, een veel grotere impact heeft op het klimaat dan tot nu toe werd aangenomen.
Permafrost bevat grote hoeveelheden organisch materiaal, dat al duizenden jaren bevroren is geweest. Wanneer de permafrost begint te smelten, komt dit organisch materiaal vrij en wordt het afgebroken door micro-organismen. Hierbij komt methaan en CO2 vrij, twee van de belangrijkste broeikasgassen die bijdragen aan de opwarming van de aarde.
Het smelten van permafrost wordt versneld door de opwarming van de aarde. In de afgelopen decennia is de gemiddelde temperatuur in arctische gebieden veel sneller gestegen dan het wereldwijde gemiddelde, waardoor grote delen van de permafrost beginnen te smelten. Dit proces is een zorgwekkende ontwikkeling, aangezien het kan leiden tot een zichzelf versterkend effect: hoe meer permafrost smelt, hoe meer broeikasgassen er vrijkomen, wat weer leidt tot verdere opwarming en nog meer smelt.
Om de opwarming van de aarde tegen te gaan en de gevolgen van het smelten van permafrost te beperken, zijn drastische maatregelen nodig. Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen is essentieel, evenals het beschermen van de arctische gebieden en het behouden van de permafrost. Alleen op die manier kunnen we voorkomen dat het smelten van de ondergrond een nog groter klimaatprobleem wordt dan het nu al is.