Het aandeel van werk in het nationaal inkomen is de afgelopen jaren fors afgenomen ten gunste van kapitaalverschaffers. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling die grote gevolgen kan hebben voor de economie en de samenleving als geheel.
Volgens econoom Goslinga is er sprake van een toenemende ongelijkheid tussen arbeid en kapitaal in de verdeling van het nationaal inkomen. Dit komt onder andere door de opkomst van technologische ontwikkelingen zoals automatisering en digitalisering, die ervoor zorgen dat de vraag naar arbeid afneemt en de winsten voor kapitaalverschaffers toenemen.
Deze verschuiving heeft verstrekkende gevolgen voor de maatschappij. Werknemers zien hun inkomen en arbeidsvoorwaarden onder druk staan, terwijl kapitaalverschaffers steeds meer profiteren van de winsten die worden behaald. Dit kan leiden tot een grotere kloof tussen arm en rijk, sociale onrust en een verstoring van de economische groei.
Het is daarom van groot belang dat er maatregelen worden genomen om de balans tussen arbeid en kapitaal te herstellen. Dit kan onder andere door het stimuleren van investeringen in de arbeidsmarkt, het verbeteren van de positie van werknemers en het belasten van kapitaal op een eerlijke manier.
Alleen op deze manier kan worden voorkomen dat de ongelijkheid tussen arbeid en kapitaal verder toeneemt en de economie en de samenleving ontwricht raken. Het is een uitdaging waar de politiek, het bedrijfsleven en de maatschappij als geheel gezamenlijk aan moeten werken.