Het is een zonnige dag in het kleine dorpje van Ging, waar de bewoners normaal gesproken genieten van rust en vrede. Maar vandaag is de stilte verstoord door het geluid van hoefgetrappel en geschreeuw.
Een half paard, half menselijk wezen is op de vlucht geslagen en wordt achtervolgd door een groep dorpsbewoners. Het wezen lijkt in paniek te zijn en rent wild door de straten, terwijl de menigte hem op de hielen zit.
De achtervolging duurt niet lang, want al snel struikelt het vreemde wezen en valt met een harde klap op de grond. De dorpsbewoners komen snel dichterbij en omringen het half paard.
Het wezen kijkt angstig om zich heen, maar kan nergens heen. De dorpsbewoners zijn boos en verward over wat ze moeten doen met dit vreemde schepsel dat hun rust heeft verstoord.
Uiteindelijk besluiten ze om het half paard gevangen te nemen en op te sluiten in een afgelegen schuur. De rust keert terug in het dorp, maar de gebeurtenis laat een blijvende indruk achter op de bewoners.
Het mysterie van het half paard blijft onopgelost en de dorpsbewoners vragen zich af wat er precies is gebeurd en waar het wezen vandaan kwam. Maar voor nu is de rust teruggekeerd in Ging, en de bewoners hopen dat ze nooit meer zo’n vreemde achtervolging zullen meemaken.