Eeuwenlang heeft de paus een grote invloed gehad op de katholieke kerk en daarmee op het geloofsleven van miljoenen mensen wereldwijd. Er zijn verschillende periodes in de geschiedenis geweest waarin de paus de dienst uitmaakte en een centrale rol speelde in zowel kerkelijke als wereldlijke aangelegenheden.
Van de vroege middeleeuwen tot aan de Reformatie in de 16e eeuw was de paus de hoogste autoriteit binnen de katholieke kerk. Hij had de macht om bisschoppen te benoemen, theologische geschillen te beslechten en zelfs koningen en keizers te excommuniceren. De pauselijke staten, een gebied in Italië dat onder direct gezag van de paus stond, maakten de paus ook tot een politieke heerser.
Tijdens de middeleeuwen bereikte de pauselijke macht zijn hoogtepunt met pausen als Gregorius VII en Innocentius III, die grote invloed hadden op zowel kerkelijke als wereldlijke zaken. De paus werd gezien als de vertegenwoordiger van God op aarde en zijn woord was wet.
Na de Reformatie verloor de pauselijke macht echter aan kracht door de opkomst van het protestantisme en de versplintering van het christendom. De paus bleef weliswaar een belangrijke figuur binnen de katholieke kerk, maar zijn politieke invloed nam af.
In de 19e en 20e eeuw herwon de pauselijke macht weer aan kracht, mede door de centralisatie van de kerkelijke autoriteit en de groei van het katholicisme in nieuwe werelddelen. Pausen als Pius IX en Johannes Paulus II speelden een belangrijke rol in het bevorderen van de katholieke leer en het onderhouden van diplomatieke betrekkingen met andere landen.
Hoewel de pauselijke macht in de moderne tijd minder absoluut is dan in de middeleeuwen, blijft de paus een invloedrijke en gerespecteerde figuur binnen de katholieke kerk. Zijn rol als spiritueel leider en wereldwijd symbool van het katholicisme blijft van groot belang voor miljoenen gelovigen over de hele wereld.