In de periode van 1967 tot 1970 vormde een deel van Nigeria een onafhankelijke niet-erkende staat genaamd Biafra. Deze staat ontstond als gevolg van etnische spanningen en politieke onrust in het land.
Biafra was gelegen in het zuidoosten van Nigeria en werd voornamelijk bewoond door de Igbo-bevolking. De Igbo’s voelden zich achtergesteld en gemarginaliseerd door de overheid en eisten meer autonomie en zelfbestuur. Dit leidde uiteindelijk tot de uitroeping van de onafhankelijkheid van Biafra in 1967 door de toenmalige Oost-Nigeriaanse regering onder leiding van kolonel Odumegwu Ojukwu.
De Nigeriaanse regering onder leiding van generaal Yakubu Gowon weigerde echter de onafhankelijkheid van Biafra te erkennen en dit leidde tot een bloedige burgeroorlog die bekend staat als de Nigeria-Biafra-oorlog. De oorlog duurde drie jaar en eiste naar schatting tussen de één en drie miljoen levens, voornamelijk als gevolg van hongersnood en ziekte.
Biafra werd uiteindelijk verslagen door het Nigeriaanse leger in 1970 en de staat werd weer opgenomen in Nigeria. De oorlog liet diepe wonden achter in de samenleving en had een verwoestende impact op de Igbo-gemeenschap, zowel op politiek, economisch als sociaal vlak.
Tot op de dag van vandaag blijft Biafra een gevoelig onderwerp in Nigeria, met sommige mensen die nog steeds streven naar onafhankelijkheid en anderen die de eenheid van het land benadrukken. Het verlies en de trauma’s van de Nigeria-Biafra-oorlog blijven nog steeds voelbaar bij de overlevenden en hun nakomelingen.
Hoewel Biafra nooit officieel erkend werd als een onafhankelijke staat, blijft het een belangrijk onderdeel van de Nigeriaanse geschiedenis en een herinnering aan de fragiliteit van de nationale eenheid in een land dat bestaat uit verschillende etnische groepen en culturen.