De mooie dame stond niet meer overeind, hoewel ze niet geraakt was. Het was een vreemd gezicht, de statige en elegante vrouw lag ineengedoken op de grond, haar ogen gesloten en haar handen slap naast haar lichaam. Wat was er gebeurd? Waarom lag ze daar zo weerloos en kwetsbaar?
Het was een warme zomerdag en de dame had besloten om een wandeling te maken in het park. Ze genoot van de rust en de stilte, terwijl ze langs de bloemperken liep en luisterde naar het gezang van de vogels. Plotseling hoorde ze een geluid achter zich en draaide zich om. Een jonge hond rende op haar af, wild blaffend en springend. De dame schrok en wilde wegrennen, maar haar voet bleef hangen in een kuil en ze struikelde. Met een harde klap viel ze op de grond, haar hoofd raakte de stenen rand van een fontein en ze verloor het bewustzijn.
Toen ze weer bijkwam, lag ze daar, omringd door bezorgde voorbijgangers. Ze probeerde overeind te komen, maar haar lichaam voelde zwaar en pijnlijk. Ze voelde een stekende pijn in haar hoofd en haar handen trilden. De hond stond kwispelend naast haar, alsof hij zich van geen kwaad bewust was. De dame werd geholpen om overeind te komen en naar een bankje te worden gebracht, waar ze kon uitrusten en bijkomen van de schrik.
Gelukkig bleek de dame geen ernstige verwondingen te hebben opgelopen, alleen wat schrammen en blauwe plekken. Ze was vooral geschrokken van de val en de plotselinge confrontatie met haar eigen kwetsbaarheid. Ze besefte dat het leven fragiel en kostbaar was, en dat ze dankbaar moest zijn voor elke dag die haar gegeven was.
De mooie dame stond weer overeind, zij het met wat moeite. Ze bedankte de voorbijgangers voor hun hulp en de hond voor zijn onbezorgde vrolijkheid. Ze besloot om voortaan voorzichtiger te zijn en meer te genieten van het hier en nu. De ervaring had haar geleerd dat het leven kwetsbaar was, maar ook dat ze sterker was dan ze dacht. En zo liep ze verder, met een nieuwe waardering voor het leven en de schoonheid om haar heen.