Vreemd Geld Maakt De Kloosteroverste Daarom Wat Afwezig is een bekend spreekwoord dat vaak wordt gebruikt om aan te geven dat geld en bezittingen die niet afkomstig zijn van de eigen gemeenschap, de leidinggevende persoon kunnen beïnvloeden en afleiden van zijn of haar taken.
Dit spreekwoord heeft zijn oorsprong in kloosters en andere religieuze gemeenschappen, waar het hebben van persoonlijke bezittingen en geld niet wordt aangemoedigd. De kloosteroverste, of abt, wordt geacht zich volledig te wijden aan het spirituele leven en het leiden van de gemeenschap, zonder afleiding van wereldse zaken.
Wanneer een kloosteroverste geld of bezittingen ontvangt van buitenaf, kan dit zijn of haar focus en toewijding aan de gemeenschap verstoren. Het kan leiden tot jaloezie en rivaliteit onder de monniken, en het kan de overste afleiden van zijn of haar spirituele taken.
Het spreekwoord suggereert dat het beter is voor de kloosteroverste om zich te onthouden van vreemd geld en bezittingen, zodat hij of zij zich volledig kan wijden aan het geestelijke leven en het dienen van de gemeenschap.
Dit spreekwoord kan ook worden toegepast op andere situaties en contexten buiten kloosters. Het benadrukt het belang van nederigheid, onthechting en toewijding aan een hoger doel, zonder afleiding van materiële zaken.
Kortom, Vreemd Geld Maakt De Kloosteroverste Daarom Wat Afwezig herinnert ons eraan dat ware rijkdom niet wordt gemeten in geld en bezittingen, maar in spirituele waarden en toewijding aan het dienen van anderen. Het is een krachtige herinnering om ons te richten op wat echt belangrijk is in het leven.