Vertoont Adams zoon daarvoor weer rap een gelijkenis’ is een zin uit het Nederlandse gedicht “De Dood van de Zoon van Adams” van de bekende dichter Joost van den Vondel. In dit gedicht wordt het verhaal verteld van de dood van Jezus Christus, de zoon van God.
De zin “Vertoont Adams zoon daarvoor weer rap een gelijkenis” roept verschillende interpretaties op. Eén mogelijke interpretatie is dat Jezus Christus, als de zoon van Adam (de eerste mens volgens de Bijbelse traditie), opnieuw een gelijkenis toont met zijn vader Adam. Dit kan worden gezien als een verwijzing naar de zondeval van Adam en Eva in het paradijs en de verlossing die Jezus Christus bracht door zijn dood en opstanding.
Een andere interpretatie van deze zin is dat Jezus Christus, door zijn dood aan het kruis, opnieuw de menselijke natuur van Adam aanneemt en op die manier een gelijkenis toont met zijn voorvader. Dit kan worden gezien als een teken van Jezus’ solidariteit met de mensheid en zijn bereidheid om de last van de zonde en de dood op zich te nemen.
In het gedicht van Vondel wordt de dood van Jezus Christus beschreven als een daad van liefde en opoffering, die de mensheid verlost van de zonde en het kwaad. Door zijn dood en opstanding toont Jezus Christus zich als de ultieme verlosser en brenger van hoop en eeuwig leven.
De zin “Vertoont Adams zoon daarvoor weer rap een gelijkenis” kan daarom worden gezien als een krachtige uitdrukking van de diepe verbondenheid tussen Jezus Christus en de mensheid, en als een herinnering aan de verlossende kracht van zijn offer. Het roept op tot reflectie en dankbaarheid voor de genade en barmhartigheid die Jezus Christus heeft getoond door zijn leven, dood en opstanding.