Het geologische begrip voor een gebied dat niet hoger dan 200 meter boven zeeniveau ligt, staat bekend als een “laagland”. Dit type landschap wordt gekenmerkt door vlakke tot licht glooiende terreinen en is vaak te vinden in kustgebieden en rivierdelta’s.
Laaglanden spelen een belangrijke rol in het ecosysteem, omdat ze vaak vruchtbare grond hebben en daardoor ideaal zijn voor landbouw en veeteelt. Daarnaast zijn laaglanden vaak dichtbevolkt vanwege de gunstige omstandigheden voor menselijke bewoning en economische activiteiten.
In geologisch opzicht worden laaglanden gevormd door verschillende processen, waaronder sedimentatie door rivieren en zeeën, tektonische activiteit en erosie. Door de constante interactie van deze processen kunnen laaglanden veranderen en evolueren over tijd.
Hoewel laaglanden over het algemeen als relatief vlak worden beschouwd, kunnen ze toch variëren in hoogte en reliëf. Sommige laaglanden hebben bijvoorbeeld heuvels of lage bergketens, terwijl andere vrijwel volledig vlak zijn.
Al met al vormen laaglanden een belangrijk onderdeel van het geologische landschap en spelen ze een cruciale rol in zowel de natuur als de menselijke samenleving. Het is daarom van groot belang om deze gebieden te bestuderen en te behouden voor toekomstige generaties.