Onlangs zag ik het monster weer. Het monster dat al jarenlang in mijn hoofd rondspookt en me keer op keer de stuipen op het lijf jaagt. Ik had gehoopt dat ik er vanaf was, dat ik het eindelijk had verslagen. Maar nee, daar was het weer, sterker en angstaanjagender dan ooit tevoren.
Het monster manifesteert zich in mijn gedachten als twijfel, angst en negativiteit. Het fluistert me leugens in, vertelt me dat ik het niet waard ben, dat ik zal falen, dat ik niet goed genoeg ben. Het monster saboteert mijn zelfvertrouwen en maakt me onzeker over alles wat ik doe.
Ik probeer het monster te negeren, te bestrijden, maar het lijkt zich alleen maar sterker te manifesteren. Het is als een schaduw die me overal volgt, die me besluipt als ik even niet oplet. Het monster is als een kwaadaardige kracht die me naar beneden wil halen, die me wil laten geloven dat ik niet in staat ben om mijn dromen waar te maken.
Maar ik weiger toe te geven aan het monster. Ik weiger me te laten leiden door angst en twijfel. Ik weet dat ik sterker ben dan dat, dat ik in staat ben om het monster te verslaan. Ik omarm mijn kracht en mijn moed, en ik besluit om te vechten tegen het monster, om het te overwinnen en eindelijk weer rust te vinden in mijn hoofd.
Ik weet dat het niet makkelijk zal zijn, dat het een constante strijd zal zijn. Maar ik ben vastberaden om het monster te verslaan, om mijn innerlijke rust terug te vinden en om te geloven in mezelf. Ik weet dat ik het waard ben, dat ik capabel ben en dat ik mijn angsten kan overwinnen.
Dus laat het monster maar komen, ik ben er klaar voor. Ik zal niet langer toestaan dat het mijn gedachten en mijn leven beheerst. Ik zal vechten, ik zal overwinnen en ik zal eindelijk weer de rust vinden die ik zo lang heb gemist. Het monster zal niet langer mijn meester zijn, maar ik zal de mijne zijn.