De Friese tegenhanger van de Groningse wierde is de terp. Een terp is een kunstmatige heuvel die werd opgeworpen om te beschermen tegen overstromingen en om droge grond te creëren voor bewoning en landbouw. Terpen werden voornamelijk gebouwd in de kustgebieden van Friesland en Groningen, waar overstromingen een constante bedreiging vormden.
Net als wierden werden terpen bewoond door gemeenschappen die zich bezighielden met landbouw en veeteelt. Op de terpen werden huizen en boerderijen gebouwd, evenals kerken en andere gemeenschappelijke gebouwen. De terpen boden bescherming tegen overstromingen en dienden als centra van sociale en economische activiteit.
De terpen zijn vaak te herkennen aan hun karakteristieke ronde vorm en liggen verspreid over het Friese landschap. Veel terpen zijn in de loop der eeuwen afgegraven of afgevlakt, maar er zijn nog steeds enkele goed bewaard gebleven terpen te vinden in Friesland.
De terpen vormen een belangrijk onderdeel van het cultureel erfgoed van Friesland en dragen bij aan het unieke landschap van de provincie. Ze getuigen van de eeuwenlange strijd van de Friezen tegen het water en van hun vindingrijkheid en doorzettingsvermogen in de strijd om te overleven in een vaak vijandige omgeving.
Kortom, de terp is de Friese tegenhanger van de Groningse wierde en speelt een belangrijke rol in de geschiedenis en het landschap van Friesland.