De Friese tegenhanger van wierde, ook wel terp genoemd, is een karakteristiek element van het Friese landschap. Deze kunstmatige heuvels werden door de Friezen eeuwen geleden opgeworpen om zich te beschermen tegen overstromingen en vijandelijke invasies. Net als de wierden in Groningen, dienden de terpen als woonplaats voor de Friezen en waren ze vaak het centrum van een dorp of gemeenschap.
De terpen werden gebouwd op hoger gelegen delen van het land, meestal in de buurt van de kust of rivieren. Door de zware kleigrond in Friesland was het moeilijk om het water af te voeren, waardoor overstromingen een constante dreiging vormden. Door hun huizen en gebouwen op terpen te bouwen, konden de Friezen zich beschermen tegen het wassende water en hun bezittingen veilig stellen.
Net als de wierden werden de terpen in de loop der tijd steeds hoger en groter, doordat de bewoners hun huizen telkens opnieuw opbouwden bovenop de bestaande heuvel. Hierdoor ontstonden soms enorme terpen die wel tien meter hoog konden worden. Deze hoge terpen boden niet alleen bescherming tegen overstromingen, maar dienden ook als uitkijkpunt en waren vaak het middelpunt van religieuze en sociale activiteiten.
Hoewel de terpen tegenwoordig niet meer worden bewoond, zijn ze nog steeds een belangrijk onderdeel van het Friese landschap en een herinnering aan het verleden van de Friezen. Veel terpen zijn tegenwoordig beschermd erfgoed en worden onderhouden om ze te behouden voor toekomstige generaties.
De Friese terpen vormen een interessant contrast met de wierden in Groningen, maar delen dezelfde functie en geschiedenis. Beide zijn het resultaat van eeuwenlange strijd tegen het water en getuigen van de vindingrijkheid en veerkracht van de bewoners van deze regio’s. Het bezoeken van een terp in Friesland is dan ook een unieke ervaring en een kans om meer te leren over de rijke geschiedenis van dit bijzondere landschap.