In het oude Egypte werden bepaalde dieren beschouwd als heilig en hadden een speciale betekenis in de religie en cultuur van het volk. Deze dieren werden vereerd en zelfs aanbeden vanwege hun associatie met goden en godinnen, en hun vermeende spirituele krachten.
Een van de meest bekende heilige dieren in het oude Egypte was de kat. Katten werden geassocieerd met de godin Bastet, die werd vereerd als de godin van huiselijke zegeningen, bescherming en vruchtbaarheid. Katten werden beschouwd als de belichaming van Bastet op aarde en werden als heilig beschouwd. Het doden van een kat werd streng bestraft en sommige Egyptenaren werden zelfs begraven met hun geliefde huisdier om hen te beschermen in het hiernamaals.
Een ander belangrijk heilig dier was de ibis, een vogel die werd geassocieerd met de god Thoth, de god van kennis, wijsheid en schrijven. De ibis werd vereerd vanwege zijn vermeende vermogen om boodschappen tussen de goden en de mensheid over te brengen en werd vaak afgebeeld in kunst en religieuze ceremonies.
Andere heilige dieren in het oude Egypte waren onder meer de valk, geassocieerd met de zonnegod Horus, en de krokodil, geassocieerd met de god Sobek. Elk van deze dieren had zijn eigen specifieke betekenis en symboliek in de Egyptische mythologie en religie.
Het vereren van heilige dieren was een integraal onderdeel van het dagelijks leven en de religieuze praktijken in het oude Egypte. De Egyptenaren geloofden dat deze dieren een directe link hadden met de goden en godinnen en hen konden helpen bij het verkrijgen van gunst en bescherming.
Hoewel het oude Egypte al lang verdwenen is, blijft de erfenis van de heilige dieren voortleven in de kunst en cultuur van het moderne Egypte. De afbeeldingen van katten, ibissen en andere heilige dieren blijven een belangrijk onderdeel van de Egyptische identiteit en herinneren ons aan de spirituele verbondenheid tussen mens en dier in de oude Egyptische beschaving.