Hier begint een dichter meestal niet mee.
Een dichter begint niet met een leeg vel papier, een blanco canvas waarop hij zijn gedachten en gevoelens zal uitdrukken. Nee, een dichter begint met een chaos van emoties, herinneringen, beelden en woorden die door zijn hoofd tollen en vechten om als eerste op papier te worden gezet.
Een dichter begint niet met een vastomlijnd idee van wat hij wil zeggen of hoe hij het wil zeggen. Nee, een dichter begint met een vaag gevoel, een flard van een zin, een beeld dat hem intrigeert en dat hij wil vastleggen voordat het weer verdwijnt.
Een dichter begint niet met de perfecte woorden en zinnen die meteen op papier vloeien. Nee, een dichter begint met schaven en schrappen, met zoeken naar de juiste toon en ritme, met experimenteren en spelen met taal tot het gedicht zijn eigen vorm en stem vindt.
Hier begint een dichter meestal niet mee, maar juist door deze worsteling, deze zoektocht naar de essentie van zijn gevoelens en gedachten, naar de kern van zijn verhaal, vindt hij uiteindelijk de woorden die zijn poëzie tot leven brengen.
Dus laat ons niet vergeten dat het proces van het dichten net zo belangrijk is als het eindresultaat, en dat de ware schoonheid van poëzie schuilt in de reis die de dichter aflegt, niet alleen in het eindpunt dat hij bereikt. Hier begint een dichter meestal niet mee, maar het is precies deze onzekere, rommelige en creatieve weg die hem uiteindelijk leidt naar de verzen die ons raken en ontroeren.