Te bed met geestelijken is een oude traditie die teruggaat tot de middeleeuwen. In die tijd sliepen geestelijken, zoals monniken en nonnen, in gemeenschappelijke slaapzalen met meerdere bedden. Deze slaapzalen werden vaak gedeeld met andere geestelijken van hetzelfde geslacht.
Het idee achter het delen van een bed met andere geestelijken was dat het de spirituele band tussen hen zou versterken. Door samen te slapen, konden ze elkaar ondersteunen in hun spirituele reis en samen bidden voor de zielen van de gelovigen.
Hoewel deze praktijk vandaag de dag minder vaak voorkomt, zijn er nog steeds gemeenschappen van geestelijken die ervoor kiezen om samen te slapen. Dit kan hen helpen om zich te concentreren op hun gebedsleven en om elkaar te ondersteunen in hun dienst aan de kerk.
Het delen van een bed met geestelijken kan ook een vorm van solidariteit en gemeenschap bevorderen. Door samen te slapen, kunnen geestelijken hun leven delen en elkaar helpen in tijden van nood.
Hoewel het delen van een bed met geestelijken misschien vreemd lijkt voor de moderne mens, is het belangrijk om de historische en culturele context ervan te begrijpen. Voor veel geestelijken is het een manier om hun geloof en toewijding aan God te versterken en om elkaar te ondersteunen in hun roeping.