Het eerste Amerikaanse ruimtestation dat in een baan om de aarde werd gebracht, was het Skylab. Skylab werd gelanceerd op 14 mei 1973 en diende als een ruimte laboratorium voor wetenschappelijk onderzoek en experimenten. Het was een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de ruimtevaart en legde de basis voor latere ruimtestations zoals het International Space Station.
Skylab had een lengte van ongeveer 36 meter en een diameter van 6,7 meter. Het bestond uit verschillende modules, waaronder een woonruimte, een werkruimte en een observatorium. Het ruimtestation werd in een baan om de aarde gebracht door een Saturn V-raket en bevond zich op een hoogte van ongeveer 435 kilometer.
Gedurende zijn operationele periode werden er tal van wetenschappelijke experimenten uitgevoerd aan boord van Skylab, waaronder onderzoek naar de effecten van gewichtloosheid op het menselijk lichaam, studies naar de zon en het heelal, en experimenten op het gebied van materialen en technologie.
Helaas was de levensduur van Skylab beperkt en werd het ruimtestation in 1979 uit zijn baan gehaald en verbrand in de atmosfeer boven de Indische Oceaan. Desondanks blijft Skylab een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de ruimtevaart en heeft het bijgedragen aan ons begrip van de ruimte en de mogelijkheden van langdurige bemande ruimtevluchten.
Sinds Skylab zijn er meerdere ruimtestations gelanceerd en momenteel draait het International Space Station rond de aarde als een permanent bemand ruimtelaboratorium. De erfenis van Skylab leeft voort in deze moderne ruimtestations en blijft een inspiratie voor toekomstige ruimtevaartmissies en wetenschappelijke ontdekkingen.