Op 6 oktober 1981 werd de Egyptische president Anwar Sadat op brute wijze vermoord tijdens een militaire parade in Caïro. Sadat, die sinds 1970 aan de macht was, werd neergeschoten door leden van de Egyptische Islamitische Jihad tijdens de viering van de achtste verjaardag van de Yom Kippoer-oorlog.
De moord op Sadat schokte de wereld en zorgde voor grote onrust in Egypte. De daders, die handelden uit onvrede over het vredesverdrag dat Sadat had gesloten met Israël in 1979, werden snel gearresteerd en berecht. Verschillende van hen werden ter dood veroordeeld en geëxecuteerd, terwijl anderen lange gevangenisstraffen kregen.
Sadat wordt vaak herinnerd als een controversiële figuur in de Egyptische geschiedenis. Hoewel hij in het Westen vaak wordt geprezen voor zijn pogingen om vrede te sluiten met Israël, werd hij in eigen land bekritiseerd om zijn autoritaire regime en het onderdrukken van politieke tegenstanders.
Na de dood van Sadat werd vice-president Hosni Mubarak benoemd tot president van Egypte. Mubarak regeerde met harde hand en onderdrukte politieke oppositie gedurende zijn 30-jarige heerschappij.
De moord op Anwar Sadat blijft een van de meest tragische gebeurtenissen in de moderne Egyptische geschiedenis en heeft een blijvende impact gehad op het land en de regio als geheel. Zijn dood herinnert ons aan de fragiliteit van vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten en de voortdurende strijd tegen extremisme en terrorisme.