De olympische vlag is een van de meest herkenbare symbolen van de Olympische Spelen. Maar waaruit bestaat eigenlijk de afbeelding op de olympische vlag?
De afbeelding op de olympische vlag bestaat uit vijf gekleurde ringen die in elkaar zijn verweven. Deze ringen symboliseren de vijf continenten van de wereld die verbonden zijn door de Olympische Spelen. De kleuren van de ringen – blauw, geel, zwart, groen en rood – werden gekozen omdat ze in iedere nationale vlag ter wereld voorkomen.
Deze symboliek van de ringen is bedacht door de stichter van de moderne Olympische Spelen, Pierre de Coubertin. Hij wilde hiermee de eenheid en verbondenheid van alle landen en continenten benadrukken die samenkomen tijdens de Olympische Spelen.
De olympische vlag werd voor het eerst gebruikt tijdens de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen, België. Sindsdien is de vlag een onmisbaar onderdeel geworden van de Olympische Spelen, en wordt hij bij elke editie van de Spelen gehesen tijdens de openings- en sluitingsceremonie.
Kortom, de afbeelding op de olympische vlag bestaat uit vijf gekleurde ringen die de eenheid en verbondenheid van alle landen en continenten symboliseren. Het is een krachtig symbool van de Olympische Spelen en alles waar zij voor staan.